Het beïnvloeden van menselijk gedrag is een nogal ingewikkelde uitdaging. Of je het nu hebt over het promoten van gezonder eten, het prikkelen tot meer lichaamsbeweging of het verminderen van risicovol gedrag, een effectieve interventie ontwerpen vraagt om een helder begrip van de factoren die gedrag bepalen. Het Behaviour Change Wheel (BCW) biedt een mooi kader om deze uitdaging aan te gaan.

De kern van het BCW-model

Het BCW-model, ontwikkeld door Susan Michie, Lou Atkins en Robert West, is gebaseerd op de synthese van diverse gedragsveranderingstheorieën

1Het BCW-model is gebaseerd op diverse gedragsveranderingstheorieën, waaronder de TPB, COM-B, sociale-cognitieve theorie en het transtheoretische model. Deze synthese biedt een krachtig kader voor het begrijpen en beïnvloeden van gedrag. Naast theorie is het BCW ook gegrondvest op empirisch onderzoek, wat leidt tot effectieve interventies voor duurzame gedragsverandering. en empirisch bewijs. Het model verdeelt gedragsverandering in twee centrale elementen:

  1. Psychologische en fysieke vermogens: Dit omvat de vaardigheden en middelen die nodig zijn om het gewenste gedrag uit te voeren. Denk aan kennis, vaardigheden, zelfvertrouwen en toegang tot benodigde hulpmiddelen.
  2. Sociale en fysieke mogelijkheden: Dit zijn de kansen om het gewenste gedrag te vertonen. Denk aan sociale normen, de fysieke omgeving en beschikbare ondersteuning.

Om duurzame gedragsverandering te bewerkstelligen, is het essentieel om ten minste één van deze elementen aan te pakken.

Negen interventiefuncties voor gedragsbeïnvloeding

Het BCW-model gaat uit van negen interventiefuncties om zowel psychologische en fysieke vermogens als sociale en fysieke mogelijkheden te beïnvloeden:

  1. Onderwijs: verstrekken van informatie en kennis die essentieel zijn voor het gewenste gedrag.
  2. Overreding: gebruik van argumenten om het belang en de voordelen van het gedrag te benadrukken.
  3. Motivatieverhoging: stimuleren van het verlangen en de intrinsieke motivatie om het gedrag uit te voeren.
  4. Intentieverhoging: versterken van het voornemen om het gewenste gedrag te vertonen.
  5. Training: aanleren van de vaardigheden die nodig zijn om het gedrag effectief uit te voeren.
  6. Herstructurering van de fysieke omgeving: aanpassen van de omgeving om het gewenste gedrag te vergemakkelijken.
  7. Beperking: verminderen van de mogelijkheden om het ongewenste gedrag te vertonen.
  8. Verleiding: gebruik van cues en prikkels om het gewenste gedrag uit te lokken.
  9. Beloning: toekennen van bekrachtigingen om het gewenste gedrag te versterken.

De keuze van de juiste interventiefuncties hangt af van de specifieke gedragsdeterminanten

2Alle factoren die het gedrag van een individu (kunnen) beïnvloeden, zoals cultuur, leeftijd en situatie. die het gedrag beïnvloeden. In de meeste gevallen is een combinatie van verschillende functies het meest effectief.

Zeven beleidscategorieën ter ondersteuning van interventies

Naast de negen interventiefuncties beschrijft het BCW-model ook zeven beleidscategorieën die de implementatie van gedragsveranderingsinterventies kunnen ondersteunen. Deze categorieën richten zich op het creëren van een omgeving die gedragsverandering bevordert:

  1. Communicatie aan het publiek: Informeren van het publiek over het belang van het gewenste gedrag en de beschikbare interventies.
  2. Training: Trainen van professionals en anderen die een rol kunnen spelen bij de uitvoering van interventies.
  3. Regelgeving: Invoeren van wetten en regels die het gewenste gedrag stimuleren en het ongewenste gedrag ontmoedigen.
  4. Economische prikkels: Gebruik van financiële incentives om het gewenste gedrag te bevorderen, zoals subsidies of belastingen.
  5. Diensten: Aanbieden van diensten die het gewenste gedrag ondersteunen, zoals counseling of voorlichting.
  6. Fysieke omgeving: Aanpassen van de fysieke omgeving om het gewenste gedrag te vergemakkelijken.
  7. Community-ondersteuning: Creëren van een sociale omgeving die het gewenste gedrag bevordert.

De keuze van de juiste beleidscategorieën is afhankelijk van de omgeving. In de meeste gevallen is een combinatie van verschillende categorieën het meest effectief.

Voordelen van het BCW-model

Het BCW-model onderscheidt zich van andere gedragsveranderingsmodellen door diverse voordelen:

  • Eenvoudig en praktisch: Het model is helder en gebruiksvriendelijk, waardoor het toegankelijk is voor een breed publiek.
  • Flexibel: Het model kan worden toegepast op een breed scala aan gedragsdoelen en doelgroepen, van gezonder eten bij kinderen tot het stimuleren van duurzaam woon-werkverkeer bij werknemers.
  • Wetenschappelijk onderbouwd: Het model is gebaseerd op degelijk wetenschappelijk onderzoek naar effectieve gedragsveranderingsstrategieën.
  • Systematisch: Het BCW biedt een gestructureerde aanpak voor het ontwerpen en implementeren van interventies,waardoor de kans op succes toeneemt.

Het BCW-model in de praktijk

Het BCW-model kan als naslagwerk worden gebruikt door iedereen die geïnteresseerd is in het bevorderen van gedragsverandering. Of je nu een beleidsmaker, gezondheidsdeskundige, gedragswetenschapper, marketingprofessional of gewoon iemand bent die anderen wil helpen gezondere of duurzamere keuzes te maken, het BCW-model kan je helpen bij het ontwikkelen van effectieve interventies.

Aan de slag met het BCW-model

Om het BCW-model in de praktijk toe te passen, kunt je de volgende stappen volgen:

  1. Identificeer het gewenste gedrag: definieer het specifieke gedrag dat je wilt bevorderen.
  2. Analyse van de gedragsdeterminanten: onderzoek de psychologische en fysieke vermogens, evenals de sociale en fysieke mogelijkheden die het huidige gedrag beïnvloeden.
  3. Selectie van interventiefuncties: kies op basis van uw analyse de meest geschikte interventiefuncties uit het BCW-model.
  4. Ontwikkeling van de interventie: ontwerp een interventie die de gekozen interventiefuncties integreert.
  5. Implementatie en evaluatie: implementeer de interventie en evalueer vervolgens de effectiviteit hiervan.

Het BCW-model is een hulpmiddel dat je kan helpen bij het ontwerpen en uitvoeren van effectieve gedragsveranderingsinterventies. Door dit model te gebruiken, krijg je meer grip op het gedrag van jezelf en van anderen.

Aanvullende bronnen

Voor verdere verdieping in het BCW model kunt je de volgende bronnen raadplegen:

  • Michie, S., Atkins, L., & West, R. (2014). The Behaviour Change Wheel: A guide to designing interventions. Boek
  • The behaviour change wheel: A new method for characterising and designing behaviour change interventions. BioMed Central
  • Behaviour Change Wheel. Behavioural Insights Netwerk Nederland. Beleidsontwikkeling en -uitvoering BIN NL
  • 1
    Het BCW-model is gebaseerd op diverse gedragsveranderingstheorieën, waaronder de TPB, COM-B, sociale-cognitieve theorie en het transtheoretische model. Deze synthese biedt een krachtig kader voor het begrijpen en beïnvloeden van gedrag. Naast theorie is het BCW ook gegrondvest op empirisch onderzoek, wat leidt tot effectieve interventies voor duurzame gedragsverandering.
  • 2
    Alle factoren die het gedrag van een individu (kunnen) beïnvloeden, zoals cultuur, leeftijd en situatie.