tt_varnelis.jpg Kazys Varnelis en Leah Meisterlin hebben een artikel over het ontwerpen van intelligente kaarten

[1] geschreven. Ze vergelijken hierin de klassieke papieren kaart die alleen ruimtelijke informatie laat zien met de online plattegrond applicaties zoals Google Maps die ons de goede richting geeft.
“We gebruiken tegenwoordig GPS (Global Positioning System) om onze routes uit te stippelen. En Google mash-ups en geotagging maken het mogelijk om onze persoonlijke kaarten te maken. Het is het tijdperk van de intelligente kaarten…”
tt_varnelis_1.jpg


Wat betekenen deze kaarten voor ontwerpers?
Omdat het niet meer alleen gaat om ruimtelijke relaties maar ook om de koppeling naar bredere gegevens zoals bijvoorbeeld het stemgedrag tijdens de Amerikaanse verkiezingen zijn de kaarten veel complexer geworden. Klimatologen, biologen, planologen en nog vele andere vertrouwen steeds meer op geografische informatie systemen (GIS) om data te begrijpen en in hun argumentatie toe te passen.
Als voorbeeld laten ze de ‘magic map‘ die Jeff King van CNN gebruikte om de stempatronen van de Amerikanen te laten zien.
image_6940834.jpg
Ontwerpers moeten inventiever worden om deze complexe, dynamisch en minder voorspelbare kaarten op een goede manier te presenteren. Ze moeten gaan nadenken over wat ze wel en wat ze niet willen laten zien. Grafische overwegingen zoals uitsneden, lijndiktes, kleur en typografie moeten vertaald worden naar territoriums en grenzen, economie en politiek.
De voor- en nadelen van alomvattende kaarten
Door deze kaarten hebben we een nieuw besef van ruimte ontwikkeld. We raken gewend aan het navigeren door een stad met onze mobiele apparatuur. Doordat we onszelf steeds vaker weergegeven zien als markeringen op een kaart raken los van onze locaties en zien we ons steeds minder als individu. We maken steeds meer deel uit van de netwerk cultuur. Dankzij deze nieuwe technologieën kunnen we onze mobiele apparaten gebruiken om te bepalen op welke locatie we ons nu bevinden.
Door deze nieuwe schat aan informatie worden gebruikers mogelijk ontmoedigd om met een kritische blik informatie elders te zoeken. De veelbesproken dominantie van Google, onder andere door Nicholas Carr, hiermee bevestigend.
Doordat al deze informatie zo eenvoudig ontsloten wordt raken we misschien ook ons vermogen om zelf te navigeren kwijt.
Als laatste, schrijven ze, dat de technische mogelijkheden zich veel sneller ontwikkelen dan die van de data die ze tonen. Als voorbeeld noemen ze de Urban Tapestries waarbij mensen hun omgeving met hun mobiele telefoons annoteerden zodat de mensen deze plaatsgebonden informatie konden aanpassen. Een voorbeeld is bijvoorbeeld John die doordat hij zijn been gebroken heeft niet met zijn krukken op de gladde kinderkopjes kan lopen. In zijn mobiel zoekt hij naar informatie van andere mensen over diezelfde straat die hetzelfde probleem hadden maar een alternatieve route aanbieden. De maker van dit concept, Proboscis probeerde hiermee, in een tijd dat er nog weinig met collectieve informatie wordt gedaan, data te verzamelen over gezamenlijke herinneringen.
Vindingrijke kaarten
Het gaat bij het ontwerpen van kaarten om meer dan het ontwerpen van een interactie tussen de gebruiker en de informatie. Het gaat om een geheel proces van analyseren, ontdekken en ontwerpen. Het is een proces van het vinden en geven van betekenis aan informatie, van het plaatsen van deze informatie in een context en van het ontwikkelen van een nieuw begrip voor de getoonde plekken. Kaarten kunnen het onzichtbare zichtbaar maken. Varnelis en Meisterlin halen hier, als voorbeeld, de cholerakaart (1854) van Snow aan die de cholera gevallen en de waterpompen geografisch in beeld brengt.
Snow-cholera-map.jpg
Een voorbeeld van een kaart die invloed uitoefent op de politiek is bijvoorbeeld Million Dollar Blocks die density van criminelen in een bepaalde buurt laat zien zodat overheidsgeld beter aan het herprogrammeren van deze buurten kan worden besteed dan aan het beveiligen van de buurten waar juist veel criminaliteit plaatsvindt.
Ook noemen ze de organisatie IAPAD (Integrated Approaches to Participatory Development) die openbare GIS initiatieven faciliteert voor gemeenschappen zodat mensen geprikkeld worden om deel te nemen aan de publieke besluitvorming.
Nu geografische applicaties steeds meer beschikbaar komen kunnen ontwerpers een steeds grotere rol gaan spelen. Van conceptontwikkeling over alomvattende kaarten die de perceptie van de ruimte rondom ons veranderen tot de argumenterende kracht van data visualisaties.
De huidige ontwerper moet grenzen verleggen. Over hoe en door wie de data wordt gecreëerd, over wie ze gebruikt en hoe ze in kaart wordt gebracht. Ze moeten gaan nadenken over hoe datasets, kaarten en interface kunnen samengaan met de netwerkende georuimtelijke wereld. Ze moeten het medium kaarten uitdagen, nadenken over de rol van deze kaarten in ons leven en daarbij de stad uitdagen om te veranderen.
Kaarten en de stad
Varnelis en Meisterlin stellen dat terwijl het vroeger vooral spannend was om op een kaart het onontdekte binnenland te ontdekken het tegenwoordig vooral spannend is om patronen op een kaart te ontdekken, om door een tijdelijke ruimte te navigeren waarbij het fysische een laag data wordt in de globale informatieruimte.
Wanneer die ruimte ontwikkeld is door de gemeenschap is het ook, in zijn enorme omvang onbekend voor ons, het is tegelijkertijd een tweede stad met een tweede natuur en een ruimte waarin huidige identiteiten gevormd worden. Vel van deze wereld is onzichtbaar en het si de rol van de vormgever om dit te veranderen.
1. The invisible city: Design in the age of intelligent maps. Kazys Varnelis and Leah Meisterlin. 2008 Adobe Systems.