In de jaren ’80 van de vorige eeuw was vormgeven grotendeels een solitair proces. Achter je eigen tafel schetste je ideeën, de beste werkte je verder uit en de opdrachtgever kon dan kiezen uit 2 of 3 ideeën. Grotere opdrachten werden ontwikkeld binnen een ontwerp team waar verschillende disciplines samen kwamen. Door de jaren heen heb ik het vak zien veranderen. Van een solitair naar een sociaal ontwerpproces waarbinnen een veel grotere groep stakeholders hun krachten en kennis combineren.
De basis is onveranderd, hoe genereer je ideeën om tot nieuwe producten of diensten te komen. Hoe verander je ruimtes of systemen zodanig dat de maatschappij er profijt van heeft. Uitkomst en werkwijze zijn veranderd. Gebruikers maken deel uit van het ontwerp proces. Complexere problemen kunnen effectiever en efficiënter worden aangepakt.
Globaal drie fasen
De werkwijze is ontwikkeld tot een sociaal ontwerpproces en kent ruwweg drie fasen:
- Ontdekken en inspiratie opdoen door onderzoek te doen.
- Conceptontwikkeling, ideevorming, definiëren, schetsen.
- Vormgeven.
Er zijn verschillende protocollen ontwikkeld die in basis allemaal uitgaan van deze drie stappen. Deze manier van ‘ontwerp denken’ of ‘design thinking’ is toepasbaar binnen velerlei vakgebieden.
- Hoe kunnen we energie opgewekt via zonnecollectoren efficiënter opslaan?
- Hoe ontwikkelen we een multifunctionele ruimte op een klein oppervlakte zodanig dat wonen, werken en vrije tijd gecombineerd worden?
- Welke processen kunnen we ontwikkelen die de werkdruk van docenten verminderen?
- Hoe zetten we de communicatie van een organisatie op zodat deze weinig onderhoud vergt en effectief is?
- Hoe ontwikkelen we een applicatie waardoor kinderen zich zelfstandiger kunnen ontwikkelen?
Sociaal ontwerp proces
Voor dit alles is samenwerken met stakeholders en inzicht nodig. Veel inzicht en overzicht. Denk aan:
- sociale processen,
- omgevingsfactoren,
- beperkende factoren,
- materialen en technieken,
- toekomstige ontwikkelingen,
- financiering,
- infrastructuren
- politiek
- etcetera.
Om het samenwerken goed te laten verlopen zijn er groepskenmerken die bijdragen aan de kwaliteit van de aangedragen oplossingen:
- Leer van fouten. Denk niet in termen van goed of fout maar aan ontwerp experiment waar iedereen aan kan bijdragen en van kan leren.
- Maak het. Begin simpel en snel. Neem risico’s en leer ervan. Bouw prototypes. Ontwikkelen test procedures.
- Schep vertrouwen. Iedereen is creatief. Er is geloof in je eigen ideeën nodig en het vermogen om ernaar te handelen.
- Empathie. Stap in elkaars schoenen, begrijp elkaars leven en los problemen op vanuit elkaars perspectief.
- Omarm onzekerheid. We weten niet waar we uit zullen komen maar we geven elkaar de ruimte om te onderzoeken en te spelen.
- Ben optimistisch. Ga altijd uit dat er een verbetering mogelijk is, geloof in potentiële oplossingen.
- Itereer, itereer, itereer. Door continue te herhalen, te verfijnen en te verbeteren wordt een product, dienst of oplossing succesvoller.
Tijdens mijn studie aan de Hogeschool voor de Kunsten in de jaren ’80 had ik er geen flauwe notie van dat het vakgebied zich zò dynamisch zou ontwikkelen. Het heeft zich gevormd tot een pracht discipline met een zeer breed toepassingsgebied.