Subscribe to this blog's feed
ATOM | RSS
[What is this?]
Written by Nique Sanders | Webtic Internet Consultancy
Powered by
Movable Type 4.1
Creative Commons License
This weblog is licensed under a Creative Commons License.
Performancing

« Searching the World Wide Web: a basic tutorial | Main | Information aesthetics »

Ethische vragen bij het verschijnsel digitale kloof

De digitale kloof bekeken vanuit verschillende perspectieven

In mijn onderzoek naar het fenomeen digitale kloof is het me opgevallen dat er enorm veel informatie over te vinden is. Maar dat er maar weinig vanuit ethisch standpunt naar gekeken wordt. De algemeen heersende opvatting is dat het iets is dat uitgebannen dient te worden. Uitgaande van een kennismaatschappij waarin techniek een toenemende rol speelt lijkt het een logische gedachtengang. Maar wat als iemand aan de discussie zou deelnemen wiens leven spiritueel gericht is. Kijkende vanuit niet- westerse filosofieën zoals bijvoorbeeld het boedhisme of een chinese, heeft het dichten van de digitale kloof dan eenzelfde prioriteit? Ik wil in dit werkstuk geen antwoord geven op het feit of de digitale kloof gedicht moet worden. Dat neem ik als gegeven aan. Vanuit deontologisch oogpunt kun je je de vraag stellen of het een plicht is om eerst aan het recht op voedsel te voldoen. Ervoor te zorgen dat er aan de primaire levensbehoefte zoals voedsel, kleding en onderdak van de mens voldaan is alvorens er aan het recht op informatie en daaraan gerelateerd de digitale kloof voldaan kan worden. Ik ben van mening dat het een prima samengaat met het ander. Juist door het beschikken over informatie kunnen de primaire levensbehoefte effectiever voldaan worden. Denk bijvoorbeeld aan de informatie hoe je zonder dure commerciële chemische bestrijdingsmiddelen je eigen gewassen kunt beschermen. Of hoe je een irrigatiesysteem zou kunnen opzetten. Ik wil vooral proberen om in het kort het filosofische gebied rond de digitale kloof te bekijken door een paar vragen de revue te laten paseren. Vragen zoals: Wat zouden we moeten doen, als we al wat moeten doen, om de digitale kloof te dichten? Wat is de beste manier om een informatiemaatschappij te creëren die ethisch verantwoord is?

Welke feiten zijn relevant?

De term digitale kloof beschrijft de kloof in toegang tot digitale informatie door een verschil in vaardigheden om deze informatie te vinden en te verwerken en in de hard-, software en connectiviteit nodig om de informatie te kunnen bereiken.

In het begin werd de term vooral gebruikt om het verschil in regio's aan te geven. Het verschil tussen zij die wel en zij die geen fysieke toegang hebben tot de digitale informatie zoals bijvoorbeeld de post-industriële landen zoals Europa en Amerika en de industrialiserende landen zoals Afrika, delen van Azië en zuid en centraal Amerika. De laatste jaren is daar het inzicht bijgekomen dat het ook gaat om een gat in het begrijpen, in het vermogen de digitale informatie te vinden en te verwerken en in digitale vaardigheden. Het zogenaamde informatie alfabetisme of information literacy.

Welke waarden zijn in het spel?

Er komen hierbij een aantal waarden die voor een informatie professional van van belang zijn naar voren. Namelijk het vermogen om te kunnen lezen en schrijven, gelijkheid in de toegang tot alle informatie en het vermogen om deze informatie te verzamelen, te analyseren, te organiseren en te verwerken. Het alfabetisme en de vaardigheden zijn waarden die al sinds het eerste schrift een rol spelen. Nieuw is de gewijzigde vorm (digitaal) waarin de informatie aangeboden wordt, de gewijzigde structuur (hyperlinks i.p.v. een inhoudsopgave) en de veranderde bronnen (iedereen kan publiceren) die informatie aanbieden.

ALA’s definitie van Information Literacy: 'a set of abilities requiring individuals to recognize when information is needed and have the ability to locate, evaluate, and use effectively the needed information'.

Het informatie alfabetisme wordt in toenemende mate belangrijker door de snel veranderende technische ontwikkelingen en de toename en verspreiding van de verschillende informatiebronnen. Vanwege de toenemende complexiteit van deze omgeving moeten individuen steeds meer en steeds beter in staat zijn om keuzes te maken in deze overvloed van informatiestromen. Zowel in het privé leven, in de werkomgeving en binnen een lerende omgeving. Informatie is beschikbaar via bibliotheken, communities, vakgerichte omgevingen, media en het internet. Steeds meer wordt deze informatie op ongefilterde, ongeauthoriseerde wijze aangeboden daarbij vragen oproepend over de authentiteit, de waarde en de betrouwbaarheid van deze informatie. Aanvullend wordt de informatie aangeboden in toenemende wisselende formaten van multimedia zoals bewegende en gesproken teksten en beelden waardoor er nieuwe uitdagingen liggen voor individuen om ook deze nieuwe taal te evalueren en te begrijpen. De ondoorzichtige kwaliteit en de toenemende kwantiteit van informatie is een uitdaging voor de moderne maatschappij. Synchroon hiermee heeft een individu nieuwe vaardigheden nodig om alles effectief te kunnen verwerken.

Infomedia literacy: 'the ability to critically process (analayse and select) written information, sound, images, graphics and values transmitted by all kinds of new computer-assisted multimedia technologies.'

Het perspectief van de deugden

Vanuit het perspectief van de deugden kunnen we ons afvragen of de term 'Digitale kloof' wel een geschikte omschrijving is. Wil iedereen wel toegang hebben tot alle informatie? Is er een kloof? Mark Warschauer bijvoorbeeld is van mening dat de term niet gebruikt zou mogen worden. 'Social inclusion' zou beter zijn omdat dit positiever klinkt en niet direct uitgaat van een splitsing tussen degene die erin zitten en diegene die buitengesloten worden. Volgens hem werpt een definitie die uitgaat van splitsing al direct een extra barrière op (http://www.firstmonday.dk/issues/issue7_7/warschauer/). Eszter Hargittai verzon de term 'second-order digital divide' waarbij de 'first-order' gebruikt wordt voor 'zij die hebben' en 'zij die niet hebben'. Second-order staat dan voor de online vaardigheden die mensen hebben (http://firstmonday.org/issues/issue7_4/hargittai/). Zij gaat ervan uit het niets zegt of iemand wel of niet de techniek heeft om bij informatie te komen (first-order) en dat het veel effectiever is om te kijken naar zij die vaardig zijn (de zogenaamde information literacy) en zij die ondanks dat ze dit wel hebben niet weten hoe ze deze zo kunnen gebruiken om hun doelstellingen te bereiken.

Wat kunnen filosofen zeggen over het vinden van een geschikte definitie? Ervan uitgaande dat de kloof een sociale ongelijkheid is kan je zeggen dat iemand die geen toegang heeft of niet de benodigde vaardigheden bezit ongelukkiger zou zijn, of zelfs een tweederangs burger zou zijn. Dit is een extreem uitgangspunt. Niet iedereen hoeft het ermee eens te zijn dat geletterdheid in de informatiesamenleving een hoognodig goed is. Gezien in de context dat er andere algemeen geldende waarden zijn zoals bijvoorbeeld gezondheid is het toegang hebben tot informatie mogelijk helemaal geen hoognodig goed. Of dat er andere culturen zijn die absoluut geen waarden toekennen aan een informatie samenleving welke sterk leunt op technische mogelijkheden.

Het perspectief van de beginselen

De term digitale kloof is een betrekkelijk jong verschijnsel onstaan door de opkomst van de computer, zichtbaar geworden toen grote groepen mensen toegang hebben gekregen tot explosief groeiende informatiebronnen. Vanuit dit standpunt gezien kunnen we de vraag stellen of dit nogal nieuwe fenomeen om een nieuwe manier van ethisch denken vraagt. James Moor (professor in de filosofie, Darthmore college, http://www.dartmouth.edu/~jmoor/) pleit er bijvoorbeeld voor dat er, sinds de opkomst van de computer, behoefte is aan een totaal nieuwe manier van ethisch denken. Dit omdat computers een significant effect hebben op de fundamentele concepten in filosofie bijvoorbeeld op kennis, bewustzijn, logica, waarheid, redeneren en creativiteit. Stel dat dit zo is dan vraagt de digitale kloof om een nieuwe manier van denken, mogelijk een nieuwe manier van theoriseren gerelateerd aan de traditionele sociale en politieke filosofie. Net zoals computer ethiek gerelateerd is aan traditionele ethiek.

Ik besef dat de digitale kloof een bijna ongrijpbaar iets is. Als je je al af kunt vragen of de huidige manier van ethisch denken toereikend genoeg is hoe zit het dan met het gebied van de digitale kloof. Hoe kun de vraag welke rechten en plichten spelen bij de digitale kloof beantwoorden wanneer deze niet homogeen is, wanneer niet iedereen in de samenleving met uitzondering van de digitale kloof hetzelfde is. Michael Walzer's (filosoof, http://en.wikipedia.org/wiki/Michael_Walzer) concept van 'complex equaltiy' zou kunnen bijdragen aan een discussie over de digitale kloof. Volgens Walzer is gelijkheid niet iets dat toegepast kan worden op alle gebieden maar is het iets dat soms wel en soms geen elementair onderdeel uitmaakt van een (werk)kring. Volgens hem is de maatschappij heterogeen en bestaat ze uit verschillende groepen individuen waarbinnen iedere groep zijn eigen prioriteiten, waarden en doelstellingen heeft. Er zijn daardoor veel gradaties in ongelijkheid waardoor er ook veel gradaties zijn in de problemen rondom de digitale kloof. Het is daarom zo goed als onmogelijk om een situatie te ontwerpen waar de digitale kloof voor een ieder is uitgebannen. Er zullen zelfs groepen zijn die alle technologie en dan speciaal de informatie technologie als kwaadaardig zullen beschouwen. En wat kunnen niet-westerse filosofische tradities vertellen over de digitale kloof? Binnen welk gebied is het proberen te dichten van de kloof gepast? Of is het zo dat ongeacht het terrein of gebied waar we ons bevinden de kloof ten alle tijden gedicht zou moeten worden? Stel dat iemand die zich aan de 'verkeerde kant' van de digitale kloof bevindt niet van mening is dat zijn waarden en doelen in het geding zijn, is het proberen te dichten van de kloof dan relevant?

Dan is er ook nog de kloof tussen de ontwikkelde en de in ontwikkeling zijnde regio's. Iedere regio heeft zijn eigen cultuur en zijn eigen wetten en regels. Voor het innemen van een filosofisch standpunt is het van belang om ook deze punten in het debat mee te nemen. Het perspectief van de beginselen is te beschouwen als een vorm van juridisch denken over moraliteit. Welke rechten en plichten spelen er binnen de verschillende regio's? Is het willen dichten van de digitale kloof algemeen geldig? De digitale kloof werpt dus binnen de sociale en de politieke filosofie een aantal nieuwe kwesties op.

Het perspectief van de gevolgen

Vanuit het perspectief van de gevolgen kunnen we ons de vraag stellen wat het resultaat is van het oplossen van de digitale kloof. Is het puur positief of zullen er ook negatieve gevolgen zijn? Een van de meest besproken onderwerpen binnen de discussie over de digitale kloof heeft ermee te maken dat het digitale netwerk informatie en kennis moet brengen die via andere wegen moeilijk te verkrijgen is. Een grote misvatting is dat het oplossen van de digitale kloof er toe zou leiden dat ieder individu binnen een samenleving zou profiteren van de toenemende kennis en informatie. Iedereen van een computer en internet verbinding voorzien is in ieder geval niet voldoende om de kloof op te lossen. Een prachtig voorbeeld hiervan is het volgende stukje tekst:
'There is an anecdote well known in Thailand about an attempt by the previous government to bridge the digital divide by providing each and every school in the kingdom with a computer and Internet access. Millions of computers were dispatched to each school, some of which lie in very remote villages. The problem was that in some of these villages there was not even electricity, much less qualified teachers who could teach students how to operate the computer. The government apparently thought that simply giving away computers would make the digital divide problem disappear. In reality, however, the computers given to these schools just stayed there as a sacred object, a token of the government's 'generosity' toward its people. The villagers were not even given the infrastructure needed to run the computer, nor did they have the skills required to work on one. It is clear that the digital divide problem will not go anywhere in this kind of situation.’

Om individuen te laten profiteren van de kennis en informatie welke online worden aangeboden is het van belang om een ieder te voorzien van een goede dosis kennis zodat ze in staat zijn om te weten wat ze waar moeten zoeken en wat ze van de gevonden informatie kunnen gebruiken. Het is van belang ze te onderwijzen. Maar wat is nu het doel van onderwijs? Wanneer het doel van onderwijs puur het geven van informatie zou zijn dan zou het dichten van de digitale kloof in dit opzicht een feit zijn. Alleen is het beschikken over informatie niet hetzelfde als ontwikkeld zijn. Wanneer is iemand ontwikkeld? Hiermee begeven we ons op het gebied van de gevolgen. Wat is het voordeel van ontwikkeld zijn? Wat zijn de voordelen van het meer onderwezen zijn doordat men zich aan de 'goede kant' van de digitale kloof bevindt? Kan kennis verkregen door onderwijs in een digitale samenleving er toe bijdragen dat een individu verstandiger kan genieten (epicurisme)? Zijn ieders idealen beter te realiseren wanneer men vaardiger is om digitale informatie te verzamelen, te analyseren, te organiseren en te verwerken?

Conclusie

Zoals blijkt is de term digitale kloof vanuit totaal verschillende standpunten te bespreken. Het blijkt dus wel dat naast de huidige veel besproken feitelijke oplossingen het stellen van ethische vragen over dit fenomeen broodnodig is. De techniek zal zich ondanks alles toch wel ontwikkelen. Maar zonder een morele spiegeling van alle ontwikkelingen wordt het een puur theoretische ontwikkeling die geen rekening houdt met menselijke waarden en normen.

Bronnen

Beroepsethiek en Informatie. Tekstbundel bij D007.
The Ethics of Cyberspace, Cees J Hamelink, University of Amsterdam, The Netherlands (2001).
Digitale vaardigheden. Geletterdheid in de informatiesamenleving. dr. Jan Steyaert. Rathenau instituut (2000).
Digital divide and Ethics. Wallace Koehler. University of Oklahoma.
Exploring the Philosofical Terrain of the Digital Divide. Soraj Hongladarom. Department of Philosophy, Chulalongkorn University.
Second-level digital divide: Differences in peoples online skills. Eszter Hargittai.
Reconceptualizing the Digital Divide by Mark Warschauer.
Exploring the Future of the Digital Divide through Ethnographic Futures Research by Matthew M. Mitchell.

TrackBack

TrackBack URL for this entry:
http://www.latebytes.nl/mt/mt-tb.cgi/59